Lilianne Ploumen: ‘Ik heb echt bondgenoten nodig’

Dat Lilianne Ploumen (58) na het vertrek van Lodewijk Asscher de nieuwe lijstrekker werd, was gek genoeg voor de meeste vrouwen geen verrassing. Het waren voornamelijk de mannelijke columnisten die meer oog hadden voor Aboutaleb of Timmermans, die de PvdA aan verkiezingswinst moesten helpen.

Die taak heeft de minzame en onverzettelijke Ploumen, die wel vaker wordt onderschat, nu op zich genomen. Geen geringe opgave in de korte tijd tot de verkiezingen, met ook nog de nodige handicaps vanwege de almaar voortdurende coronacrisis. Maar Ploumen, waarvan haar oud-woordvoerder eens zei dat haar energie niet bij te benen is, lijkt niet bang voor een uitdaging. SheDecides, dat ze oprichtte toen Trump een streep zette door de internationale subsidie voor organisaties die voorlichting geven over abortus, gezinsplanning en anticonceptie, is daar misschien wel het mooiste voorbeeld van. We gingen online met de eerste vrouwelijke partijleider van de PvdA, en oud-bestuurslid van OPZIJ.

Ben je al een beetje bijgekomen?
“Ja, het was die eerste week enorm druk. Er moest heel veel gebeuren, waaronder twee grote debatten. Maar ik heb zondag lekker even een ommetje gemaakt en uitgerust, nu ben ik er helemaal klaar voor.”

En de reacties?
“Nou, ik krijg ontzettend veel positieve reacties. Natuurlijk zit er af en toe wel eens iemand tussen die zegt: ik vind u niets. Nou ja, wat kan ik zeggen? Kan gebeuren. Nee, echt ontzettend positief. Ook op straat en zo. Echt heel leuk.”

Het viel me op dat zo’n beetje alle columnisten losgingen, sommigen heel positief, anderen wat sceptischer.

“Dat was wel goed om te zien, hoor. Bijvoorbeeld zo’n column van Max Pam… iemand appte me: het is zo seksistisch dat het ook weer hilarisch is.”

Heel seksistisch. Alsof er ooit een mannelijke lijsttrekker zo is bejegend. De criteria waarop je als vrouw beoordeeld wordt. Het blijft wel een dingetje hoor.
“Ik trek het me verder natuurlijk helemaal niet aan maar ik vond het goed om te zien dat Loes Reijmer dat allemaal heel fijn analyseerde. En ik dacht: zo zit het ook gewoon.”

Je krijgt ook niet de tijd om even te wennen aan je nieuwe rol. We zitten in een crisis, de toeslagenaffaire speelt nog hoog op, we hebben een demissionair kabinet en over een paar weken al verkiezingen. Lijkt me geen sinecure om in plaats van specialist op je eigen dossiers ineens generalist te zijn en overal antwoord op te moeten geven. Ik zag dat bij je eerste optreden als lijsttrekker bij Jinek. Daar was je nog een beetje aan het zoeken.
“Ja. Bij Jinek ging het over de avondklok en dat is wel echt een onderwerp waarvan ik vind dat je er zorgvuldig mee om moet gaan. Kijk, wij zijn niet principieel tegen een avondklok maar dat wil niet zeggen dat je daar onder alle voorwaarden mee instemt. Dus ik wilde daar ook niet meteen van die harde uitspraken doen. Ik snap wel dat dat leuk werkt, maar toch. En wat betreft mijn inhoudelijke kennis: ik ben natuurlijk vicefractievoorzitter geweest, al die dossiers ken ik gewoon. Dus bijvoorbeeld die grote debatten over corona, die deed Lodewijk, maar die bereidden we samen voor. Als fractievoorzitter heb je wel een andere rol. Dat is gewoon zo, en in die zin merk ik nu al dat mensen soms anders naar me kijken. Ik heb het afgelopen jaar op de fractie ook de zorgportefeuille voor een groot deel gedaan en dat was voor mij een nieuw terrein. Maar toen ik in gesprek ging met artsen, verpleegkundigen en assistenten, werd het me heel snel heel eigen. Ook al omdat ik graag meteen wat wil doen aan de problemen.”

Over zorg gesproken: hoe komen we uit deze coronacrisis?
“Nou ja: vaccineren, vaccineren, vaccineren en ons aan de regels houden. Maar het is niet eenvoudig. Zoals nu, dat er niet genoeg vaccins zijn of dat die vaccinatiestrategie niet klopt. Dat is toch wel slecht. Het duurt zo nog wel eventjes voordat iedereen gevaccineerd is. We willen natuurlijk allemaal weer lekker naar buiten en onze kinderen vasthouden en een biertje drinken in een overvol café. Tenminste, dat zou ik allemaal best wel weer willen.”

Dat gun ik mijn eigen kinderen nog meer dan mezelf, eerlijk gezegd.
“Ja, dat geldt voor mij precies zo. Deze week is het debat in de Kamer over het economische steunpakket. Natuurlijk hartstikke belangrijk, maar we pleiten ook voor een sociaal steunpakket. Dat gaat dan over coronaverlof voor ouders, die al weken hun kinderen thuis onderwijs moeten geven, maar ook gewoon hun werk moeten doen, tot wat kun je doen voor mensen die kwetsbaar zijn, die extra hulp nodig hebben. Dat is echt wel heel erg belangrijk nu het al acht, tien maanden duurt. Mensen zijn door hun reserves heen en bedrijven ook.”

“Het is voor zoveel mensen zo’n harde en moeilijke tijd. Over die economische steunpakketten hebben we bij dat eerste pakket gezegd: het is goed dat bedrijven steun krijgen van de overheid, maar dan moeten ze ook wel mensen in dienst houden. En als ze dat niet doen, moeten ze een boete krijgen. We hebben ook gezegd: er moeten afspraken komen dat mensen niet ontslagen worden, maar soms is het onvermijdelijk, dan moeten ze van werk naar werk begeleid worden, er moet een baangarantie komen. Er moeten crisisbanen komen want bij KLM was er geen werk voor de stewardessen, maar er is wel heel veel nodig op andere plekken in de samenleving waar we tekortkomen. Zorg er nou voor dat die mensen zich daar kunnen inzetten, in crisisbanen. Dat hebben ze wel gedaan, maar wij vinden dat dat echt wel beter kan. Dat zullen we dit debat ook weer benadrukken.

Ik krijg enorm veel mails van kleinere bedrijven, kapsalons, nagelstylistes, maar ook mensen die aan de ene kant van de grens wonen en aan de andere kant van de grens een bedrijf hebben, en die buiten alle regelingen vallen. Dus onze inzet, over dit steunpakket dat er nu komt, is om te zorgen dat juist die mensen ook de steun krijgen.”

We hebben het nu gelukkig niet meer over die rare routekaart maar de logica ontbreekt. Door die inconsequenties worden mensen narrig en daardoor krijg je zoiets van: ik bepaal zelf wel wat ik doe, of niet.
“Ja, we hebben daar ook wel fikse woorden over gehad met het kabinet. Een paar maanden geleden bijvoorbeeld moesten de bibliotheken dicht en bleven de boekhandels open. Dus je mocht wel een boek kopen, maar niet een boek lenen. Tegelijkertijd, wat wij steeds van het kabinet vragen: je kunt kiezen uit een heleboel maatregelen. Dat zijn niet altijd even makkelijke keuzes. Dat willen we allemaal best wel snappen, maar we willen wel dat het kabinet heel goed uitlegt: waarom is dit nu nodig, en tot wanneer duurt het? Wanneer is er een nieuw weegmoment? Met de avondklok heb ik ook gezegd dat we willen weten wanneer wordt bekeken wanneer we er weer vanaf kunnen. Dat je in ieder geval elke keer met elkaar, als Kamer en kabinet kunt bespreken: is dit een goed pakket maatregelen?”

Europese afstemming over de maatregelen is ver te zoeken.
“Ik denk dat het al heel belangrijk was dat die vaccinatiestrategie, maar vooral ook die vaccinatieaankoop in een zekere mate van coördinatie is gebeurd. Dan kun je nu ook aan die farmaceuten die niet leveren niet als individueel land, maar als 27 landen samen laten weten: sorry maar dit moet anders. Als dit straks voorbij is gaan we natuurlijk allemaal terugkijken naar hoe we anders of beter voorbereid hadden kunnen zijn, hoe de samenwerking beter kan. Wat ik net al in het begin zei, de regie vanuit het ministerie moet gewoon veel beter. Hoe zorg je dat sámenwerking beloond wordt, in plaats van concurrentie? Je ziet nu ook steeds duidelijker wat er in het systeem echt anders moet.”

Ook de irritatiegrens ligt steeds lager. Er is al veel te weinig perspectief, en het perspectief dat geschetst wordt, verdwijnt steeds zomaar. Hanneke Schuitemaker van Janssen Vaccines…
“Die ken ik! Daar zat ik mee op zwangerschapsgym.”

… weet dat de hoop ook op haar en haar vaccin is gevestigd. Zeker nu het hele vaccinatietraject en voorraadbeheer een beschamende vertoning is.
“Ja, dat klopt hoor. Weet je wat het ook is? We waren natuurlijk hartstikke blij met dat eerste vaccin. Toen begon het vaccineren eindelijk en vervolgens viel het weer stil. Dat helpt gewoon echt niet. Kijk: die rellen zijn natuurlijk op geen enkele manier goed te praten, maar iedereen ziet het soms even niet meer zitten. En vooral jonge mensen zijn de structuur kwijt in hun leven. Het is echt een rottijd.”

Maar ik neem toch aan dat iedereen die verantwoordelijkheid draagt zich toch zo langzamerhand wel bewust is van de impact die al die maatregelen hebben?
“Ik denk dat ze zich dat allemaal wel realiseren, maar het kabinet heeft gewoon de zaak niet altijd op orde. Er zijn zo veel partijen die mee moeten praten. Wat je nu ziet in die crisis is dat het ministerie veel te weinig regie heeft. Dat is wettelijk zo belegd. Wij waren ooit tegen die wet. Nou, je ziet wat ervan komt. Dat moet heel anders. De zorgverzekeraars gaan gewoon op de oude voet voort. De samenwerking tussen de ziekenhuizen, die als de crisis op z’n diepst is heel goed gaat, zoals is gebleken, komt als de ziekenhuizen daar mee door willen gaan vervolgens onder druk te staan, doordat de de verzekeraars ze weer in het concurrentiemodel dwingen. Dat moet echt anders.”

Om dat aan te pakken zul je de verkiezingen moeten winnen. Maar kijk wat er gebeurt: we zitten in een gezondheidscrisis, de financiële ellende is voor veel mensen nauwelijks te overzien, we hebben als gevolg van de toeslagenaffaire een demissionair kabinet. En in de laatste peilingen zie je dat de VVD stijgt.
“Hahaha! Ja, nou ja we hebben nog vijftig dagen.”

Je hebt gezegd dat je samenwerking met rechts uitsluit.
“Ja, we sluiten PVV, Forum en Ja-21 echt uit. Andere partijen sluiten we niet uit maar we willen natuurlijk een zo groot mogelijk sociaal en links kabinet. Daarom hebben we ook gezegd: de Partij van de Arbeid gaat niet zonder andere linkse partijen in het kabinet zitten. En dat wil ik heel graag, omdat ik inderdaad vind dat het minimumloon omhoog moet en dat er meer huizen moeten worden gebouwd. Dat de marktwerking uit de zorg moet, dat vrouwen en mannen gelijke beloning krijgen. Ik heb echt bondgenoten nodig. En de partijen die ik net noemde zijn dat echt niet. Ik vond het jammer dat Hoekstra toen hij lijsttrekker van het CDA werd, heeft gezegd dat de verhoging van het minimumloon eruit moest.”

Dit is een fragment uit het interview ‘Lilianne Ploumen: ‘Ik heb echt bondgenoten nodig’ van Marianne Verhoeven. Het volledige stuk staat in het februari/maartnummer van OPZIJ. Koop hier het complete nummer.

%d bloggers liken dit: