CATWALK TEHERAN

De modepolitie in Iran is niet overal even streng meer. Vooral het noorden van Teheran gaat losjes om met de voorschriften, waardoor vrouwen zich vrijer voelen zich te kleden naar hun bui.

 

Het lange turquoise vest van het meisje in de hoek van de coupé waait open als de metrodeuren openglijden en vrouwen in lange zwarte chadors uitstappen. Ze kijkt niet op of om en gaat rustig verder op haar telefoon. Onder het vest draagt ze een doorschijnende lichtgele jurk met lage hals, een turquoise shirtje voorkomt dat haar decolleté voor iedereen zichtbaar is. Al lijkt het haar weinig te deren als dat wel zo was geweest. Want ze is op weg naar Tajrish, het noorden van Teheran, de hoofdstad van Iran. Dat is de plek waar meiden zoals zij, met minuscule hoofddoekjes en blote onderarmen, het straatbeeld domineren, en waar in illegale boetiekjes de nieuwste collecties van Iraanse ontwerpers te koop zijn. Want geloof het of niet: mode is booming in Iran.

Inderdaad, de Islamitische Republiek waar streng kijkende ayatollahs de wet voorschrijven, is zo veel meer dan het eenzijdige beeld dat media jarenlang van het land schetsten. Dankzij een bevolking waarvan 70 procent onder de 35 jaar is en veel vrouwen hoogopgeleid en welvarend zijn, heeft de mode-industrie de laatste vijf jaar een revolutie doorgemaakt. Hier vinden de moderne varianten op de verplichte manteau, een overjas tot aan de knie die de vrouwelijke vormen verhult, veel aftrek onder de jonge generatie vrouwen, nu de regels rondom kleding in de publieke ruimte soepeler worden.

‘Een paar jaar geleden had ik hier echt niet in rond kunnen lopen,’ vertelt Ava, een jonge fashionista uit Teheran. Ze draagt een strakke spijkerbroek met scheuren op de knieën, spierwitte Adidas- sneakers, een shirtje met doodskopjes erop en een openhangend, lichtblauw vest dat net over haar heupen valt, de mouwen opgestroopt. Over haar lange zwarte haar hangt losjes een diepblauwe sjaal. Aan de de voor- en achterkant steekt het haar er ruimschoots onderuit. Haar ogen zijn perfect omlijnd met oogpotlood, de lippen gestift. ‘Sinds het aantreden van president Hassan Rohani, drie jaar geleden, zijn de kledingvoorschriften minder streng en worden er minder vrouwen gearresteerd voor bad hijab. Hierdoor zijn we vrijer om onze eigen stijl te ontwikkelen en ons te uiten via kleding. We kunnen laten zien wie we zijn.’

BUITEN KADERS

Vóór de Islamitische Revolutie was Iran een modern land en liepen vrouwen rond in korte rokjes en opgestoken haar; het was er modieus en er golden vrijwel geen restricties voor de kledingkeuze. Na 1979 kwam hieraan een einde en hadden vrouwen twee opties als ze de publieke ruimte  in wilden: het dragen van de chador of manteau. Allebei zwart, allebei wijd, allebei onaantrekkelijk.

In de jaren die volgden, waren enkele ontwerpers dapper genoeg om zelf de verplichte kleding voor publieke ruimtes te ontwerpen en er een klein beetje variatie in aan te brengen. Maar modernere manteaus waren duur en daardoor alleen een alternatief voor de elite. Daarbij waren er maar weinig ontwerpers die werkelijk buiten de kaders durfden te denken die door de overheid werden opgelegd.

‘Door soms iets aan te trekken dat nét niet binnen de regels past, kan ik misschien iets veranderen’

Sinds vijf jaar is het enorm populair om de mode in te gaan en is het aantal modelabels niet te tellen. Onder- en bovengronds werken de ontwerpers aan kleurrijke, modernere en aantrekkelijkere varianten van de verplichte kleding voor publieke ruimtes. Tegelijkertijd ontwerpen en maken ze outfits voor de vele huisfeestjes waar iedereen vrij is om te dragen wat hij of zij wil. Sommige ontwerpers verkopen hun kleding in eigen winkels, de meeste presenteren hun stukken op Instagram, in de illegale boetieks of tijdens lady weekends. Hierdoor is er tegenwoordig voor elke stijl, elke wens en elke prijscategorie een keuze in manteau en hoofddoek. En dat is het belangrijkste voor de ontwerpers: kleding maken waarmee jongeren hun eigen identiteit en stijl kunnen uiten.

ANTI-CONTROLEAPP 

Anno 2016 zijn de kledingcontroles er nog wel. Hoewel ook mannen officieel niet met blote armen over straat mogen en een westers kapsel voor hen taboe is, gelden sinds de islamitische revolutie van 1979 vooral strenge kledingvoorschriften voor vrouwen. De toenmalige religieuze leider, en leider van het land, Ayatollah Ruhollah Khomeini, bepaalde dat vrouwen in de publieke ruimtes het haar en de heupen moesten bedekken. Hij richtte de Basij op, de vrijwillige moraalpolitie die vrouwen die te strakke kleding aan hebben, hun hoofddoek niet goed dragen of anderszins te sexy gekleed zijn, oppakt en registreert. Officieel dan. Want sinds een paar jaar hebben de straten van Noord-Teheran meer weg van een catwalk met meiden die zich kleden volgens de laatste mode, met veel make-up en prachtig gestylde haren, en mannen met hippe kapsel en strakke broeken.

‘Sinds Rohani zie je de Basij minder vaak op straat,’ bevestigt Katayoun, een sociaal werker in Teheran. ‘Ze zijn vooral actief aan het begin van de zomer en winter. Dan zien ze erop toe dat meiden niet te weinig kleding aan hebben of aanstootgevende laarzen dragen. De rest van het jaar zie je ze gelukkig weinig.’ Zijn ze wel actief, dan kunnen jongeren dit melden op de app Gershad, zodat leeftijdsgenoten die zich niet zo veel aantrekken van de voorschriften controleposten kunnen vermijden om te voorkomen dat ze worden opgepakt en uren worden vastgehouden op de speciale bureaus.

Hoewel de regels soepeler worden, kunnen meiden lang niet overal in Teheran, of de rest van het land, met kleine hoofddoeken rondlopen zonder de afkeurende blikken van minder moderne Iraniërs. Zo is het zuiden van Teheran én het zuiden van het land traditioneler en lopen vrouwen daar over het algemeen rond in meer bedekkende kleding. De bestaande regels worden vooral opgerekt door de midden- en hogere klasse in Noord-Teheran, en in wijken waar buurtbewoners elkaar goed kennen en waar weinig gelovige mensen wonen.

‘Wat ik ’s ochtends aantrek, hangt af van waar ik heen moet en hoe ik daarnaartoe ga,’ vertelt Mahshid. Ze is textielontwerper. Als ze met de metro naar het zuiden gaat, trekt ze onopvallendere kleding aan dan wanneer ze met de auto naar het noorden rijdt. Toch houdt ze bij haar kledingkeuze niet altijd rekening met haar bestsemming. ‘Soms wil ik mij niet aanpassen en trek ik gewoon aan waar ik zin in heb. Zo vrij voel ik mij wel. En wie weet: misschien kan ik door soms iets te dragen dat nét niet binnen de regels past, beetje bij beetje de ideeën over de kledingvoorschriften veranderen. Want ook het open vest was jarenlang verboden, maar wordt inmiddels vrijwel overal in het land getolereerd als manteau.’

STRAATSTIJL

Dit soort kleine veranderingen maakt dat vrouwen zich in Iran naar eigen zeggen vrij voelen in hun kledingkeuze. Want hoe gek het in onze westerse oren ook klinkt, vrijwel allemaal ontkennen die vrouwen dat ze zich gelimiteerd voelen door de regels. ‘Ik kan alles dragen wat ik wil,’ zegt Katayoun. ‘In elk land heb je kledingvoorschriften. In Iran zijn die misschien net wat strenger en zijn er grenzen waar je echt niet overheen moet gaan. Maar we weten niet beter en we zijn het gewend om ons haar te bedekken. Het is onderdeel van onze outfit. Tegenwoordig kunnen we kleding vinden die past binnen de regels van de overheid én onze eigen stijl en identiteit.’

‘Hoewel sommige ontwerpers politiek actief zijn, houdt het maken van statements de meeste helemaal niet bezig’

Het uiten van je eigen stijl is een van de belangrijkste betekenissen van mode voor Iraanse jongeren. Dat ontdekte de Iraans-Amerikaanse activistische modeblogger Hoda Katebi van joojooazad.com, toen ze in de zomer van 2015 drie maanden onderzoek deed naar de politieke betekenis van de ondergrondse mode-industrie in Teheran. De foto’s en gesprekken die ze voerde, publiceerde ze in het fotoboek Tehran Streetstyle. ‘Vanuit het Westen romantiseren we verzet graag, vooral als het om vrouwen in het Midden-Oosten gaat,’ vertelt ze. ‘Ik ook. Voordat ik naar Iran kwam, dacht ik dat jonge meiden en ontwerpers hun kleding gebruiken om politieke statements te maken en de strenge voorschriften op te rekken. Want wat is daar nou geschikter voor dan de kleding zelf? Het bleek genuanceerder te liggen. Hoewel sommige ontwerpers wel politiek actief zijn, houdt het de meeste ontwerpers, of ze nou legaal of illegaal werken, helemaal niet bezig. Laat staan dat alle vrouwen kleding gebruiken om een politieke boodschap te uiten. Natuurlijk zijn veel mensen het niet eens met
de opgelegde kledingvoorschriften. Maar door te ontwerpen en te dragen wat ze mooi vinden, maken ze het beste van de situatie.’

PERZISCHE TROTS

Ontwerper Melika kan dat bevestigen. Zij verkoopt manteaus en hoofddoeken, maar ook avondjurken en strakke broeken, in een van de vele illegale boetiekjes in de hoofdstad. Vooral haar hoofddoeken met klassieke Perzische dichtstrofen of Nazar, het blauwe amulet dat beschermt tegen het boze oog, zijn populair. ‘Klassieke Perzische motieven zijn nu enorm hip in Iran, je vindt ze overal terug. Ook de motieven en kleuren van glas-in-lood-ramen in klassieke gebouwen in de steden Kashan en Shiraz worden veel gebruikt. We vinden het mooi en brengen hiermee de oude Perzische kunsten weer terug in het dagelijks leven. Veel ervan is door de jaren heen verloren gegaan. Met zo’n hoofddoek uiten we onze trots voor de Perzische cultuur.’

Zo is mode, 37 jaar na de revolutie, ook in Iran weer een vorm van zelfexpressie en vrijheid geworden voor vrouwen. Veel van hen hebben de hoop dat de ontwikkelingen de komende jaren doorzetten. Vooral nu president Rohani op 5 juni dit jaar voor de tweede keer tegen de religieus leider heeft gezegd dat hij het niet eens is met de wetten rondom de kledingvoorschriften. ‘Uiteindelijk beslist onze huidige opperste leider Ali Khamenei hierover en heeft Rohani er weinig over te zeggen,’ legt Katayoun uit. ‘Natuurlijk negeert Khamenei hem als het over dit onderwerp gaat. Maar Rohani laat hiermee wel zien dat hij achter de jongeren staat en zich durft uit te spreken tegen de opperste macht. Alleen dat al geeft ons hoop dat er in de toekomst misschien echt iets kan veranderen.’

Italiaanse mode in Iran

Jarenlang ging Iran gebukt onder strenge sancties van het Westen. Nu de sancties opgeheven zijn, staan westerse merken in de rij om zich in Teheran te vestigen. Roberto Cavalli was een van de eerste luxe merken die een winkel opende in de chique wijk Zafaraniye in Teheran. Ook Versace en Nike hebben inmiddels vestigingen in de hoofdstad. De winkels richten zich vooral op de rijke midden- en bovenklasse in de stad, die, zoals overal, vaak moderner zijn in hun kledingkeuze. Hoewel weinig westerse merken manteaus of hoofddoeken verkopen, hebben ze veel vrouwelijke klanten die de westerse mode graag onder hun open manteau dragen of op huisfeestjes waar de verplichte kledingvoorschriften niet gelden. 

 

Door Emmi van den Boom