Hoe zit het met de gelijkheid in Nederland?
Hoewel mannen en vrouwen al sinds 1974 gelijk zijn voor de wet, zijn zij dat in de praktijk nog steeds niet. Elk jaar worden er meerdere onderzoeken en indexen gepubliceerd, en die geven een ander beeld van de werkelijkheid. Maar een waarheid die we overal terugvinden: mannen en vrouwen zijn in 2017 nog steeds niet gelijk aan elkaar. De rechten zijn er op papier, maar in de praktijk valt dit vies tegen.
Nederland is dit jaar op de vierde plek geëindigd van de EU Gender Equality Index. Het is de derde editie van de Index. De EU Gender Equality Index is gebaseerd op het gemiddelde van de Europese Unie. De gegevens van Nederland worden dus in de context van de EU en hun beleid gesteld. Met de Index hebben de onderzoekers gekeken naar het verschil met de Index van 2005. Nederland scoort zowel hoger als lager dan andere landen, maar over het algemeen heeft Nederland een groei doorgemaakt. Zo is het percentage van vrouwen in directies toegenomen van 7 procent in 2005 tot 26 procent in 2017. En hoewel Nederland op de goede weg is, betekent het wel dat net een kwart van alle directieleden vrouw is. Dat is nog veel te weinig.
Uit de Gender Index blijkt dat het voor Nederland geldt dat er een sterke scheiding is tussen beroepen die mannen en vrouwen met name uitoefenen. Dit zie je terug op de arbeidsmarkt. Zo zijn er bijvoorbeeld relatief veel mannen werkzaam in de technische sector, terwijl bijvoorbeeld vrouwen vaker werkzaam zijn in het onderwijs. Misschien niet geheel verrassend is dat de Scandinavische landen het het beste doen. Er zijn maar drie landen die binnen de genderbalanszone vallen. Dit betekent dat de gelijkheid van mannen en vrouwen in het parlement tussen de 40 en 60 procent valt (dus nagenoeg gelijk). De landen die hieraan voldoen zijn Finland, Zweden en België.
Maar misschien wel het meest schrijnende is dat anno 2017 de gezondheidszorg nog steeds niet op vrouwen is afgestemd. Dit resulteert erin dat Nederlandse vrouwen weliswaar langer leven dan Nederlandse mannen, maar 26 jaar daarvan leven ze in slechte gezondheid. Mannen leven gemiddeld 19 jaar van hun leven in slechte gezondheid. EIGE defineert slechte gezondheid als last hebben van een mentale of fysieke beperking. Dit grote verschil komt doordat de hele gezondheidszorg is ingericht op het mannelijk lichaam. Het lichaam van de vrouw werkt anders, maar hier wordt bij onder andere het voorschrijven van medicijnen vaak geen rekening mee gehouden. Daarnaast sporten mannen meer, maar drinken en roken ze ook meer dan vrouwen.