De Canon van Nederland: 50 vensters, drie met vrouwen
NRC Handelsblad wijdde gisteren een flink artikel aan de toenemende onvrede over de samenstelling – en daarmee ook over de samenstellers – van de Canon van Nederland. De samenstellers zijn er negen, waaronder drie vrouwen. Daar begint het al mee.
Voor de samenstelling wordt uitgegaan van 10 tijdvakken, 14 ‘hoofdlijnen’ en vervolgens 50 ‘vensters’. Daarmee is niks mis, om het een beetje overzichtelijk te houden moet je wel ordenen.
Maar na die ordening ontaardt het in een mannending, in 47 van de 50 vensters komt geen vrouw voor. Het blijkt dat er zich in kringen van samenstellers en historici een soort van Hoekse en Kabeljauwse twisten voordoen: Is de geschiedenis een levend geheel, vatbaar voor verandering en andere blikken of kunnen we de geschiedenis niet steeds herschrijven? Het lijkt erop dat de aanhangers van die laatste ‘leer’ zichzelf gevangen houden vanuit het comfortabele standpunt dat er nu eenmaal veel meer bekend en geschreven is over mannen. Omdat die geschiedenis ook bijna exclusief geschreven is door mannen – met hun eigen perspectief – legt een Jacoba van Beieren het af tegen Floris V. De opgenomen Eise Eisinga (weliswaar een man) moest worden verdedigd tegen argumenten als ‘Eise wie?’ Als bekendheid een criterium is gaat het er dus niet meer om of een vrouw een belangrijke rol heeft gespeeld maar of ze wel voldoende bekend is. Een eigenaardige kringredenering want historici en geschiedschrijvers hadden eeuwenlang geen of matige belangstelling voor vrouwen, daardoor bleven ze onbekend. En hebben ze nu te weinig draagvlak voor opname in een venster? Dan zou je toch zeggen: historici, doe je werk, alsnog. Ontdek. Daar ben je voor opgeleid. Zoek die vrouwen, ze zijn er steeds geweest. Dat het niet makkelijk is om ze te vinden mag juist voor een historicus geen belemmering zijn.