Man over vrouw: Sander Kok

In de nieuwe OPZIJ onze rubriek Man over vrouw. Dit keer Sander Kok over zijn vriendin (‘Eerlijk: ze viel me op omdat ze knap was. Daarna bleek ze intelligent en al snel erg lief. Ik ben gevoelig voor lieve vrouwen. Met het bitchy type heb ik niks.’), zijn moeder (‘Ze is uitzonderlijk lief. Dat is misschien geen interessant antwoord om af te drukken in een interview, maar het is haar belangrijkste kenmerk.’), feministen (‘als je de jongste generatie twitterfeministes mag geloven, is de vrouw nu het tegendeel van haar voorganger: zwak en hulpbehoevend.’) en natuurlijk over vriendinnen in het algemeen

Vriendinnen
“Ik kom uit een echt mannengezin. Mijn broer en ik speelden buiten oorlogje, binnen met soldaatjes. Meisjes vond ik vies, want die hadden lange haren met vlooien. Pas in mijn studententijd leerde ik meisjes beter kennen. Vreemde wezens. Ze hadden nog steeds lang haar, maar daarin bleken geen vlooien te zitten, wel allerlei haarproductjes waarvan ik nog nooit had gehoord. Ze roken lekker. Vrouwen zijn inmiddels niet meer de vreemde diersoort die ze waren. Daarvoor ben ik teveel met ze omgegaan. Jammer, eigenlijk. Ik begon als antropoloog, nu waan ik me soms deel van de stam. Ik sta er nog steeds buiten, want ik ben nu eenmaal geen vrouw, maar ik bestudeer de leden minder dan vroeger. Hoewel. Ze blijven boeien. Vrouwen en mannen zijn eigenlijk bijna hetzelfde, en juist daardoor richten we ons op de verschillen. Juist de overeenkomsten verdienen meer aandacht, al geef ik toe dat ook ik me instinctief eerder richt op de verschillen, die nu eenmaal meer in het oog springen.
Ik heb meer vrouwelijke vrienden dan mannelijke. Maar mijn mannelijke vrienden zijn dan ook meteen erg mannelijk. Als een van ons in een café met een probleem zit, slaan we hem hard op de schouder en zeggen: ‘Kut voor je!’ Daarna knikken we wat voor ons uit, waarna eentje mompelt: ‘Echt kut,’ en bier gaat halen.

Lees hier het hele interview (€)