Het is nog moeilijk om bij D66 aan een andere naam te denken dan Alexander Pechtold
Laten we wel zijn: a.s. dinsdag komt er een einde aan een tijdperk. Alexander Pechtold stapt op als lid van de Tweede Kamer, fractieleider en nog veel meer. Ooit was hij burgemeester van Wageningen en daarna nam hij de handschoen op van een zo goed als afgebrand dorp dat D66 destijds was: drie zetels in 2006. Sinds 2002 was zijn partij in een vrije val geraakt, wie durfde daar z’n handen nog aan te branden?
Hij stapt – anno 2018 – op met 19 zetels en regeringsdeelname. We hebben Pechtold op deze plaats bepaald niet kritiekloos behandeld maar ook was OPZIJ het podium waarop hij mocht vertellen wat een bloedhekel hij ook had aan de Haagse mores. In een geruchtmakend interview met Opzij noemt hij de politiek in Den Haag ‘nog vuiler en vunziger dan mensen denken’. Dat zegt hij als een jaartje minister is geweest onder Balkenende, een succes was het niet.
Wie D66 vanaf de oprichting heeft meegemaakt – dat geldt voor veel OPZIJ-lezeressen en -lezers – kan terugkijken op eigenlijk maar drie echt grote namen: (mede-)oprichter Hans van Mierlo, icoon Jan Terlouw. En – we kunnen er niet omheen – Alexander Pechtold. Natuurlijk waren er ook anderen maar deze drie zetten hun stempel.
Ook al dinsdag wordt er een nieuwe fractieleider gekozen. Er circuleren tal van namen waarvan er al direct een paar afvallen als de fractie Pechtolds uitspraak ‘dat het tijd wordt voor een nieuwe generatie’ serieus neemt. Als ze er al zin in zou hebben gehad: ze is niet beschikbaar want minister en bovendien is Sigrid Kaag van dezelfde generatie als Pechtold. Hetzelfde geldt voor Kajsa Ollongren. Een kandidaat moet nu ofwel al in de Kamer zitten ofwel bij de verkiezingen op de kandidatenlijst hebben gestaan want alleen zo kan een nieuw gezicht inschuiven. Dan valt het op dat vooral de namen van jongere mannen vallen. Hoewel: er is één vrouw die een kans zou maken, Salima Belhaj. Zou zij het worden dan staat dat in elk geval garant voor een voortzetting van de flinke discussies met Geert Wilders die we anders zouden moeten missen. En dat willen we niet.