De vele treurige kanten van euthanasie
Op 7 juni 2008 mengde Albert Heringa (77) 130 pillen door de vla van zijn 99-jarige moeder. Ze at de vla op, dronk nog een glas Martini en stierf vredig. Ze wilde dit allemaal zelf, daarover hoeft geen twijfel te bestaan. Heringa had alles laten filmen en bracht het daarmee zelf in de publiciteit: anderhalf jaar later werd de documentaire De laatste wens van Moek uitgezonden. Ook schreef hij een boek:
https://youtu.be/omhYa8CB0SE
Vandaag werd bekend dat de advocaat-generaal de Hoge Raad adviseert de straf voor Albert Heringa te handhaven op zes maanden voorwaardelijk.
Hoewel er nog geen uitspraak is mag worden aangenomen dat de Hoge Raad het advies overneemt, dat gebeurt meestal. Als het zover is, dan hebben we de vijfde uitspraak in een-en-dezelfde kwestie. De zaak sleept al tien jaar maar komt dan wel tot een einde. Heringa werd eerder al eens ontslagen van rechtsvervolging maar kreeg later – in hoger beroep – toch een voorwaardelijke veroordeling. Die straf – het vonnis werd in januari uitgesproken – is inmiddels helemaal achter de rug.
In januari verweet de rechter hem in elk geval twee zaken:
- Heringa zou zijn moeder tijdens het sterfproces alleen hebben gelaten en dat betekent dat ze geen hulp had kunnen krijgen als er complicaties optraden.
Daarvan zegt Heringa: ‘Maar ik heb haar niet zomaar alleen gelaten. Ik ben nog ruim anderhalf uur bij haar geweest. Veel langer kon ik daar niet blijven, dan was het verdacht geweest. Wellicht had het tehuis dan aan de bel getrokken en was ze naar het ziekenhuis gebracht, waar haar maag zou zijn leeggepompt. Dan was ze nog verder van huis geweest.
- Het tweede verwijt betrof het niet benaderen van de huisarts.
Daarover zegt Heringa: ‘Voor mijn moeder was duidelijk dat haar huisarts haar niet wilde helpen, het was een christelijke omgeving. Mijn moeder vertrouwde op hem, maar niet als het over euthanasie ging.‘
Op zoek gaan naar een andere arts had ook geen zin, aldus Heringa. ‘In 2002 werd een huisarts die zijn patiënt met een dodelijk drankje had geholpen door de Hoge Raad schuldig bevonden aan hulp bij zelfdoding. Voor mij was het daarom duidelijk dat artsen mij niet zouden helpen. Op dat moment had ik dus geen enkele aanleiding om te aan te nemen dat er nog andere mogelijkheden waren dan het zelf te doen. Ik heb geen artsen in de situatie willen brengen om een strafbare handeling uit te voeren.’
Het overlijden van een dierbare is altijd al een groot verdriet maar soms is het verdriet van de dood kleiner dan het verdriet van leven.
Maar het is altijd verdrietig als er nog altijd zoveel onduidelijkheid is over wat wel en niet is toegestaan en onder welke omstandigheden.
Lezers die dat van nabij meemaken weten er alles van. Niet-behandelverklaringen worden in toenemende mate gebruikt als aanleiding om dan maar palliatieve sedatie in te zetten. Als er twijfel is over de geldigheid van een euthanasieverklaring is palliatieve sedatie een redmiddel al moet er dan eerst iets voorvallen waardoor het niet-behandelen een afweging is geworden om de volgende stap te zetten. Er is dan geen sprake van euthanasie maar de uitkomst is dezelfde: de persoon overlijdt.
Het zijn maar wat voorbeelden en een allesomvattende oplossing blijft ver weg.
De meningen zijn zeer verdeeld. Alleen een arts kan straffeloos euthanasie toepassen maar dan moet – terecht – worden voldaan een strenge voorwaarden. En uiteraard moet en mag elke arts ook met zijn eigen geweten verder.