Amerikaanse filosofe Kate Kirkpatrick: “Ik vind het gek dat feministen vaak beweren dat vrouwen elkaar ondermijnen als ze kritiek op elkaar hebben.”

Leerling, volgeling en seksslavin van Jean-Paul Sartre: zo werd Simone de Beauvoir in haar tijd omschreven. Zowel in romantisch als intellectueel opzicht werd ze gezien als Sartres prooi. Geheel ten onrechte, blijkt uit de scherpe biografie over De Beauvoir van de Amerikaanse filosofe Kate Kirkpatrick. Irene Schoenmacker, die vorig jaar een reeks gesprekken voor OPZIJ voerde aan de hand van De Beauvoirs belangrijkste thema’s, sprak met Kirkpatrick.

Op maandag 14 oktober 1929 kwamen Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir samen in de Jardin de Luxembourg. Het gesprek dat zij die middag voerden, zou later duizenden inspireren, schrijft Kirkpatrick: het is de dag waarop de toekomstige filosofen met elkaar ‘het pact’ sloten en besloten een open relatie aan te gaan. Simone was 21 jaar. Beiden studeerden filosofie aan een prestigieuze school die het crème de la crème was van de Parijse intellectuele elite. Hij stond al bekend als een rokkenjager en was geïntrigeerd door haar intelligentie.

Na hun eerste ontmoeting op 8 juli 1929 beschreef zij twee weken later zijn invloed op haar als ‘buitengewoon’. Al snel waren ze onafscheidelijk.Op 14 oktober kwamen ze overeen dat ze elkaars ‘essentiële (noodzakelijke) liefde’ zouden zijn, maar dat ze daarnaast ook ‘terloopse liefdesverhoudingen’ mochten hebben. Met als voorwaarden: de ander zou altijd de eerste plaats innemen en ze zouden elkaar alles vertellen. Het paar had in de loop der jaren verschillende relaties en driehoeksverhoudingen, waaronder met hun (jonge) studenten. De Beauvoir doceerde filosofie en had langdurige affaires met Claude Lanzmann, de latere maker van de documentaire Shoah en schrijver Nelson Algren, maar ook met Olga Kosakiewicz, ‘de kleine Rus’, een van de beste studenten van De Beauvoir en Bianca Lamblin, eveneens een leerling. Beide vrouwen werden ook door Sartre verleid en stelden later dat de relaties met zowel Sartre als De Beauvoir hun psychisch veel schade hadden berokkend.

Toch blijkt uit het boek dat ook De Beauvoir leed in haar relatie met Sartre. Hij maakte haar onzeker, sprak tegen haar als een klein meisje, was in niet in staat tot emotionele steun en ze had het idee vooral via hem te leven en haar trots te verliezen. Viel het pact niet nadelig voor haar uit en heeft ze wellicht achteraf de zaak mooier gemaakt dan het was?

Kirkpatrick: “Dit is een lastig punt. Bepaalde feministen zagen haar inderdaad als het slachtoffer van Sartre: ze vroegen zich af waarom zo’n mooie vrouw als De Beauvoir zo’n lelijke man als Sartre niet afwees. Ik ga daar niet in mee. Ik denk zelfs dat ze hem in een bepaald opzicht wel degelijk afwees: ze wilde niet met hem trouwen of samenwonen. Ook bekoelde het seksueel al snel. ‘Sartre is een warme, energieke man, maar niet in bed,’ schreef ze aan Algren. De intellectuele kant van hun relatie was heel belangrijk voor haar en compenseerde denk ik de negatieve kanten van hun relatie. 

Dit is een fragment van een interview, geschreven door Irene Schoenmacker. Het volledige stuk staat in het juni/juli 2020 nummer van OPZIJ. Koop hier het complete nummer.

%d bloggers liken dit: