Robbert Dijkgraaf: Mijn moeder geloofde heel erg in vrijheid

Robbert Dijkgraaf (1960) is nu zo’n zeven maanden minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Hij liet er een glansrijke baan bij het Institute voor Advanced Study bij Princeton University in New Jersey voor achter. Zonder de steun van zijn vrouw en kinderen had hij dat nooit gedaan. Hij kon op dezelfde steun verwachten toen hij vertelde dat hij minister zou worden. Zijn dochter sprak dat jubelend toe. “You go girl!”

U groeide als enig kind op met twee ouders. Hoe was uw jeugd?
“Ik kom eigenlijk uit een heel gewoon gezin. We woonden in een buitenwijk in een flatje. Ik had wel een hele bijzondere jeugd omdat mijn moeder heel erg geloofde in vrijheid. Ik werd daardoor heel erg vrij gelaten om mijn eigen wereld te creëren. Ik leefde in een soort fantasiewereld waarin ik alles zelf maakte, van m’n kleren tot speelgoed. Ik zat weliswaar op school, maar voor mij begon het leven altijd na school. Dan ging ik met mijn vriendjes van alles maken. We maakten tekenfilms, bouwden poppentheaters of we runden een schoolbibliotheek met stripboeken. Ik denk heel vaak dat dat misschien wel de gelukkigste tijd in mijn leven was, omdat ik volledig vrij was. Beide ouders hadden niet gestudeerd en hadden eigenlijk ook geen idee van wat een universiteit was. Ze wisten niks van wetenschap. Ze hebben mij daardoor ook nooit een bestemming meegegeven. Dat heeft me ontzettend geholpen. Ik ben altijd maar gewoon vooruit blijven lopen en dan kom je soms op gekke plekken terecht zoals waar ik nu zit.”

Op welke manier voedde uw moeder uw fantasie dan?
“Mijn moeder was heel creatief, die faciliteerde eigenlijk alles wat ik wilde doen. Ik had allerlei wilde ideeën over wat voor kleren ik aan wou. Dan gingen we oude leren lapjes kopen waar ik dan met haar samen een leren motorjack van ging maken als jongetje van 10. Ik had mijn eigen wereld waarin alles klopte. Wat ik heel bijzonder vind is dat mijn moeder zich heel goed kon inleven in de wereld van een kind en heel erg vanuit het kind dacht. Ik heb dat altijd proberen mee te nemen. Ik denk daar wel heel erg veel aan in deze rol.”

LEES VERDER IN DE NIEUWE OPZIJ