Hoe het zit met partneralimentatie en waarom het een vrouwenzaak is

Echtscheidingsadvocaat Kim Beumer

Met ingang van 1 januari wordt partner‒ alimentatie berekend op basis van een zogeheten woonbudget. Met de versobering van de partneralimentatieduur in 2020 in het achterhoofd is de vraag: goed of slecht nieuws voor vrouwenemancipatie? Opzij pluist het uit met echtscheidingsadvocaat Kim Beumer en Marjan Nieuwenhuis, bestuurslid en coördinator bij oudere-vrouwenrechtennetwerk WOUW.

DOOR NOÉMI PRENT

Gescheiden en financieel teruggeworpen, helaas de bittere realiteit voor veel vrouwen. Om het te ‘vergemakkelijken’ hebben we in Nederland partneralimentatie ingevoerd. Een wettelijk instrument om ervoor te zorgen dat beide partners ook na de scheiding rond kunnen komen, voor als een van de twee anders (te) weinig inkomen heeft. “Vóór 1 januari werd partner- alimentatie anders berekend
dan kinderalimentatie”, vertelt echtscheidingsadvocaat Kim Beumer. “In de draagkrachtberekening
– de berekening waarin wordt bepaald hoeveel je kunt betalen – werd rekening gehouden met de daadwerkelijke woonlasten. Dat verandert nu.” De rechtspraak had al langer de wens om het gelijk te trekken en te uniformiseren op basis van het woonbudget, omdat het eenvoudiger is en het tot minder discussie zou leiden, stelt ze. “Wat je vaak zag is dat een van de ex-partners een dure woning aanschafte en dat hij of zij daardoor geen bedrag kon betalen voor de ander. Door de nieuwe berekening wordt het zo dat als jij meer wilt uitgeven aan woonlasten, het binnen de eigen risicosfeer valt.” Het woonbudget reserveert dertig procent van het netto besteedbaar inkomen voor woonlasten.

Vrouwenzaak

De term partneralimentatie klinkt neutraal, maar de cijfers liegen er niet om. De laatste cijfers van het CBS uit 2014 laten zien dat bij 45.000 scheidingen dat jaar één procent van de vrouwen partneralimentatie betaalden, tegenover negen procent betalende mannen. In de praktijk is partneralimentatie dus iets waar vooral vrouwen aanspraak op maken. Beumer herkent dit vanuit de praktijk. “Na een echtscheiding zijn het veelal de vrouwen die het onderspit delven en koopkracht verliezen.” In deze context gaat het vooral om vrouwen in heteroseksuele relaties.

Marjan Nieuwenhuis zet zich al sinds eind jaren zeventig in voor de belangen van vrouwen en partneralimentatie. Toen nog bij het vrouwencollectief De Strijdijzers, nu bij het vrouwennetwerk WOUW, waar ze politieke besluitvorming probeert te beïnvloeden. “Toen partneralimentatie destijds werd ingevoerd gold levenslang. Dat is nu wel anders.” In 1994 ging de wet op de schop. “Partneralimentatie werd ingekort tot twaalf jaar. Daar hadden de meeste mensen toen vrede mee. Maar toen kwamen er weer mannen met bezwaar, die vonden dat ze helemaal niets hoefden te betalen.”

In 2020 werd de partneralimentatiewet opnieuw hervormd, op initiatief van VVD, D66 en PvdA. Aanleiding hiervoor was dat een meerderheid vond dat met name mannen onterecht twaalf jaar alimentatie moesten betalen, terwijl de echtgenote financieel zelf rond kon komen. “De partneralimentatieduur ging van twaalf naar maximaal vijf jaar. Tijdens een vergadering van de Nederlandse Vrouwen Raad vertelde ik voorafgaand aan een aantal vrouwen dat er werd gewerkt aan het veranderen van de partneralimentatiewet. ‘Worden het meer jaren’, zeiden een aantal vrouwen toen. Dat was eigenlijk heel komisch: zij vonden of ervoeren dat twaalf jaar nog te kort was,” lacht Nieuwenhuis. “Ik vond en vind de beknotting van partneralimentatie zeer onrechtvaardig. Er worden eisen aan vrouwen gesteld waar de maatschappij niet genoeg voorwaarden voor schept. Denk bijvoorbeeld aan kinderopvang. De overheid moet financiële zelfstandigheid van vrouwen faciliteren en dat gebeurt nu niet genoeg.”

Verder lezen? Het hele artikel over partneralimentatie lees je in de nieuwste Opzij. Een abonnement is zo gepiept. Nergens aan vastzitten? Lees dit nummer fysiek of digitaal via onze site of Blendle.