Diana Vlet: ‘Ik word er moe van om als activist weggezet te worden’

Geen punt, maar een komma. Want het laatste woord over het slavernijverleden is nog lang niet gesproken. Opzij is benieuwd naar verhalen van vrouwen met tot slaaf gemaakte voorouders. Diana Vlet is communicatieadviseur bij het ministerie van Financiën en deskundige van de inheemse geschiedenis. In 2013 richtte ze Stichting Herdenking Slavernijverleden Suriname en Caribisch Nederland op, waar zij tevens voorzitter van is. Ze is de dochter van een Lokono-Inheemse moeder en een Warau-Inheemse en Surinaamse vader.

INTERVIEW NOÉMI PRENT BEELD BEYTULLAH BASAR

“In 2005 kwam mijn vader te overlijden. Toen ben ik onderzoek gaan doen naar wie ik eigenlijk ben. Ik vroeg me af waar de naam Vlet vandaan kwam. De naam bleek uit Delft te komen. Ene meneer Vlet is ooit naar Suriname gegaan als marconist – hij was geen slavenhouder. Hij kreeg een dochter, Madeleine Adelaine Vlet, met een slaafgemaakte genaamd Yaba. Dat betekent donderdag. Hierdoor kwam ik erachter dat mijn betovergrootmoeder Yaba tot slaaf gemaakt was. Ze was gebrandmerkt met een heet ijzer, als een koe. Met nummer 1180. Ik heb vooral veel gevonden over Yaba, omdat ze een vroedvrouw was. Zo ben ik meer gaan onderzoeken. Dat bracht veel emoties bij mij naar boven. Mijn voorouders van mijn vaders kant zijn als sardientjes in een schip vervoerd vanuit Afrika en zwaar mishandeld. Zowel van mijn moederskant als ook de helft van mijn vaders kan ben ik Inheems, Lokono en Warau – de oorspronkelijke bewoners van Suriname.”

“Ik geloof in herstelbetalingen in de vorm van educatie. Ik vind het van belang dat men leert hoe de geschiedenis echt in elkaar steekt. Wat we hebben geleerd is vervalsing van de geschiedenis. Daarom deel ik mijn kennis zo veel mogelijk met mijn zoons en de wereld. Ik heb hen bijvoorbeeld het verhaal van Yaba verteld en ook over de genocide, landroof en ‘rode’ slavernij van de Inheemse, oorspronkelijke bewoners. Ik vind het belangrijk dat mijn kinderen ook zien dat hun moeder zich hardmaakt voor erkenning van het slavernijverleden, zowel van de zwarte als de rode slavernij.”

Bijsmaak

“Voor mij als Inheemse vrouw is het een herdenkingsjaar met een bijsmaak. Er is veel aandacht voor de zwarte slavernijgeschiedenis. Maar er is in deze materie een vergeten groep, namelijk de Inheemsen van Suriname. Over zowel de historische als de hedendaagse economische en maatschappelijke positie van deze mensen wordt niet serieus gesproken. Mijn moeder zei eens: ‘What about us, de Inheemse rode slavernij! Wie ziet ons leed? Over de Inheemse slavernijgeschiedenis is weinig te vinden, dus ik ben zelf gaan lezen en zoeken. Columbus heeft ons niet ontdekt in Suriname, wij waren er al heel lang. Hij vertelde zijn koning dat deze mensen niet menswaardig zijn, dus zijn we Inheemse mensen ‘indianen’ gaan noemen, dat betekent eigenlijk ‘honden die niet kunnen blaffen en koeien die niet kunnen loeien’. Het Vaticaan heeft in 1455 en 1493 zelfs pauselijke bullen opgesteld. Zo werden misdaden tegen de Inheemsen, tegen de menselijkheid, gelegitimeerd. Het was legaal om ons uit te moorden – naar schatting zeventig miljoen mensen. Deze genocide was intentioneel en beleidsmatig. Al eeuwenlang worden Inheemse mensen vermoord.”

“De nog 20.000 Inheemse mensen in Suriname wordt continu de mond gesnoerd. Ook in Nederland: bij de Keti Koti dialoogtafels zat er bijvoorbeeld geen Inheems persoon aan tafel, alles werd vanuit zwart perspectief belicht. Tijdens de speech van minister-president Rutte noemt hij iedereen, van Creolen tot Javanen en Chinezen. Maar als hij het over Inheemse mensen heeft, spreekt hij van ‘overige bevolkingsgroepen’. Terwijl we nota bene op het wapen van Suriname staan. In de vernieuwde dialoog over het kolonialisme en de slavernij wordt er, zowel in Nederland als in Suriname, niet of nauwelijks over de oorspronkelijke of Inheemse bevolking van Suriname gesproken. Verbazingwekkend.”

“Wat zou helpen is als er bij de kranslegging ook een krans voor Inheemse mensen wordt neergelegd. We zijn de Afro-Surinamers erg dankbaar dat ze wegen voor ons geopend hebben, maar nu willen wij dezelfde erkenning voor ons verleden. Wat heeft het voor nut dat er een komma gezet wordt, als Inheemse mensen niet gehoord worden?”

Activisme

“Ik ben geen activist. Als iemand mij heeft geïnterviewd, wordt het zo in de kranten gezet. ‘Diana Vlet is een activist’. Ik ben gewoon een politiek gedreven Inheemse vrouw met heel veel geschiedeniskennis. Niet dat ik geen respect heb voor activisten, integendeel. Maar ik word er moe van om zo weggezet te worden.

“Ik ga door met vechten voor erkenning tot mijn dood. Soms ben ik hoopvol voor de toekomst en soms niet. Op 2 mei zijn er Inheemsen in Suriname op brute wijze mishandeld en vermoord, alleen maar omdat zij opkwamen voor hun rechten. Ik hoop dat de Nederlandse en Surinaamse regering verantwoordelijkheid gaat nemen ten behoeve van de Inheemsen. Als men dit niet doet, ben ik bang dat wij binnen tien jaar uitgemoord zijn.”

Dit interview is onderdeel van het artikel Haar geschiedenis is onze geschiedenis, eerder verschenen in het juni-juli-nummer van Opzij. Het hele stuk lees je in de nieuwste Opzij. Een abonnement is zo gepiept. Nergens aan vastzitten? Lees dit nummer fysiek of digitaal via onze site of via Blendle