Remke Verdegem: ‘Als de kinderen op bed lagen lakte ik mijn nagels’

Remke Verdegem (1959) is voorlichter bij het COC in Leiden en begin dit jaar aangesteld als voorzitter van het Transgender Netwerk Nederland.

De versoepelde transgenderwet lijkt er voorlopig toch niet te komen. Daarmee moest het makkelijker worden voor trans personen om het vinkje m of v in het paspoort aan te passen. Hoe is het om trans vrouw te zijn in Nederland? Opzij laat drie uiteenlopende trans stemmen klinken. Dit is het verhaal van Remke Verdegem.

DOOR NOÉMI PRENT

“Als kind wilde ik onzichtbaar zijn. Remke is een verlegen kind, dachten mijn ouders. Ik was toen al heel ongelukkig omdat ik niet kon zijn wie ik was, ook al was er toen geen woord voor. Het woord transgender bestond niet. Het enige dat ik me realiseerde was dat ik anders was dan mijn twee broers. Ik dacht dat het aan mij lag, dat er in mijn hoofd twee draadjes niet goed waren verbonden.”

“Toen ik vanuit Zoetermeer, een provinciestadje, in Amsterdam sociale wetenschappen ging studeren, zag ik voor het eerst trans mensen ‘in het wild’ op straat. In diezelfde periode was ik heel verliefd geworden op een meisje van de tennisvereniging in Zoetermeer. Ik dacht toen al: zij weet niet wie ik diep vanbinnen ben. Leuke jongen met een zacht karakter, dacht ze. Voordat we gingen samenwonen voelde ik mij genoodzaakt om mijn geheim met haar te delen, zij het in een afgezwakte vorm. Ik wass toen al 25 jaar. Zij vond het wel oké, dacht mogelijk dat het een bevlieging was. We kregen twee kinderen en een keer per maand ging ik naar een trans bijeenkomst in Utrecht, gekleed als vrouw.”

“Ik leefde een dubbelleven. Op mijn werk was ik al verder uit de kast als trans vrouw. Als de kinderen op bed lagen lakte ik alvast mijn nagels en op weg naar mijn werk deed ik snel hakken aan. Eenmaal thuis moesten de make-up en nagellak er snel weer afgehaald worden; de kinderen mochten immers niets weten. Het dubbelleven viel me zwaar. Ik wilde open zijn en tegen de wil van mijn partner vertelde ik mijn dochter en zoon – destijds vijftien en twintig – over mijn geheim. Dat vonden ze heel ingewikkeld, er was boosheid en verdriet. Ik ging in transitie en dat was een lastige periode. Maar ik wist ook dat ik ze de tijd en de ruimte moest geven om te wennen aan het idee dat hun vader een vrouw is. Met mijn kinderen is het helemaal goed gekomen. Met mijn partner niet, zij dacht met een man getrouwd te zijn. Maar ik bleek een vrouw. Daar kon ik niets tegenin brengen. Zo zijn we uit elkaar gegaan, wel in harmonie. We spreken elkaar nog steeds dagelijks.”

“Ik maak me zorgen om geweld tegen trans vrouwen. Toen ik net in Alphen aan den Rijn woonde, had ik mijn eerste vrijgezellenfeestje als vrouw. Bij een goede vriendin in Utrecht. Ik pakte de één na laatste trein terug en zat in een lege coupé. Ik dacht: heerlijk, even mijn oortjes in na een druk feestje. Ik hoor gestommel en er staan opeens drie witte jongens voor me. Ik wist meteen dat het niet goed was. Ik wilde vluchten en sprong over de stoel, maar ik werd onderuit geschopt. Ik lag op de grond en ze hebben een halve minuut op me in geschopt. Instinctief bleef ik mijn hoofd beschermen. Ze sprongen uit de trein en ik heb geen idee meer hoe ik ben thuisgekomen. Ik heb geen aangifte gedaan, want ik wilde het achter me laten. Op dat moment werd ik hardhandig geconfronteerd met geweld tegen trans vrouwen.”

“Ik probeer de dialoog te zoeken met mensen die mij afwijzen. Zo heb ik Caroline Franssen een paar jaar geleden via Twitter uitgenodigd om koffie met me te drinken. Dat wilde ze niet; ze heeft me geblokt. De oplossing ligt altijd in het gesprek. Vanuit de loopgraven kun je het niet met elkaar eens worden.”

“Heb jij ooit je paspoort moeten laten zien als je de kleedkamer in ging? Natuurlijk niet. Als iemand iets kwaads in de zin heeft, kan die persoon elke kleedkamer binnen stormen. De trans wet is betuttelend, daarom zijn die versoepelingen belangrijk. Alleen omdat je trans bent moet je verantwoorden hoe jij je identificeert bij een psychiater. Door deze deskundigen wordt zelf ook gezegd: wij kunnen alleen beoordelen of iemand toerekeningsvatbaar is. Als iemand zelf wel een gesprek wil met een psycholoog of psychiater is dat prima, maar stel het niet als voorwaarde om het juridische geslacht aan te passen.”

De andere portretten lees je in de nieuwste Opzij. Een abonnement is zo gepiept. Nergens aan vastzitten? Lees dit nummer fysiek of digitaal via onze site of Blendle.