Teken onze petitie tegen online vrouwenhaat jegens vrouwelijke politici

Haat jegens vrouwelijke politici gaat alle perken te buiten. De haat vindt vaak online plaats, en neemt toe bij vrouwen van kleur, jonge vrouwen, moslima’s en lbtq+ vrouwen. Het kan leiden tot zelfcensuur, dat vrouwen zich terugtrekken en niet uitspreken. Met deze petitie hebben Stem op een Vrouw en Opzij de handen ineen geslagen en roepen we op tot actie samen met meerdere organisaties. Teken onze petitie.

Wij van Opzij, Stem op een Vrouw, ActionAid Nederland, Atria, Bureau Clara Wichmann, CDA Vrouwenberaad, DAMN, HONEY, Els Borst Netwerk, Nederlandse Vrouwenraad, Women Inc., Feminist March Nederland, Politica Alliantie, Rooie Vrouwen, Vereniging van Nederlandse Vrouwen Artsen, UN Women NL, en alle ondertekenaars,

Constateren:

  • Dat online haat jegens vrouwelijke politici alle perken te buiten gaat. Uit data van de Monitor Integriteit en Veiligheid 2022 blijkt dat vrouwelijke politici vaker (55 procent) te maken hebben met agressie en geweld dan hun mannelijke collega’s (46 procent). Onderzoek van De Groene Amsterdammer & Utrecht Data School liet zien dat 10 procent van de tweets gericht aan vrouwelijke politici, haat of agressie bevat. Die haat gaat vaak specifiek over hun vrouw-zijn, en niet over politieke inhoud. Online haat komt nog vaker voor bij onder meer vrouwen van kleur, jonge vrouwen, moslima’s en lbtq+ vrouwen. 
  • Dat haat jegens vrouwelijke politici de fundamenten van de democratie ondermijnt. Online vrouwenhaat schaadt hun mogelijkheid om onder gelijke omstandigheden hun werk te doen. Het kan ertoe leiden dat ze afzien van verdere carrièremogelijkheden of zich zelfs helemaal terugtrekken uit de politiek. Zo verliezen andere vrouwen met politieke ambities hun voorbeelden, wat de afname van het aantal vrouwen in de politiek alleen maar bevordert. Zo schendt online haat het recht van vrouwen op politieke participatie.
  • Online haat leidt bij vrouwelijke politici en hun staf tot verminderd vertrouwen in hun publieke optredens, een verminderd zelfbeeld en verlies van energie, (Inter-Parliamentary Union, jaartal). 
  • Bij een deel van vrouwelijke politici leidt online haat tot (zelf)censuur; zij gaan bepaalde onderwerpen bewust vermijden, stoppen of minderen hun social mediagebruik en spreken zich niet altijd uit wanneer zij dit willen. 
  • Online haat schrikt de politieke participatie van vrouwen af. Dat druist in tegen decennia van strijd voor de vertegenwoordiging van vrouwen in de politiek. 
  • Er wordt lang niet altijd melding gemaakt van of aangifte gedaan tegen online haat. Hoewel er steeds meer aandacht is voor dit onderwerp, ontbreekt het aan concrete actie. Het lijkt er volgens velen ‘nou eenmaal bij te horen’. Politici moeten het accepteren en ermee leren omgaan, zo is het idee. Maar die omgang kost politici veel energie. 
  • Veel vrouwelijke politici spreken zich nu niet uit tegen online haat aan hun adres. Het kost tijd en energie en kan leiden tot nog meer haat. Bovendien willen politici graag aandacht voor hun politieke werk en niet voor het feit dat ze bijvoorbeeld bedreigd worden. 

Online haat tegen vrouwen in de politiek is een specifieke vorm van geweld die vrouwen als politieke actoren probeert te ondermijnen en vrouwen van het openbare leven probeert uit te sluiten. Politiek werk kunnen doen zonder angst voor geweld of bedreigingen is een fundamentele voorwaarde voor politieke vertegenwoordiging. Hier zijn mensenrechten in het geding.

Wij verzoeken:

Dat de regering, politieke partijen en politici, overheidsinstanties (waaronder de politie) en het OM gezamenlijk in actie komen tegen online haat, om de veiligheid van vrouwelijke politici en alle politieke ambtsdragers te waarborgen. Er moet worden geïnvesteerd in het (h)erkennen van specifieke vormen van discriminatie, zoals misogynie, misogynoir en haat jegens queer en transvrouwen.

Politiek zet zich in voor wet- en regelgeving

Om online haat tegen te gaan hebben we wetswijzigingen nodig. We moeten inzetten op het reguleren van sociale media platformen en zo online geweld te helpen voorkomen en bestrijden. Duitsland heeft bijvoorbeeld een ‘network enforcement act’, waarin afspraken staan over het verwijderen van gewelddadige content op sociale media. Ook op Europees niveau wordt gewerkt aan de Europese Digital Services Act. We roepen de Nederlandse overheid en politieke partijen op zich hieraan te committeren, waarin is opgenomen dat social media bedrijven een effectieve en transparante procedure hanteren voor de behandeling van klachten over onrechtmatige inhoud, en waarin aanbieders moeten zorgen dat ze binnen 24 uur content verwijderen die onwettig lijkt nadat een klacht is ingediend. Het is ook belangrijk om bepaalde vormen van online haat en geweld strafbaar te stellen. Hierbij wordt rekening gehouden met het ‘verspreidingspotentieel’ (materiaal dat toegankelijk is voor een groot aantal gebruikers) en het verspreiden van geseksualiseerde beelden, inclusief ‘deep fakes’.

Politici spreken elkaar aan op haat

De haat van collega-politici, en haat die wordt aangewakkerd door collega-politici, komt extra hard aan. Momenteel komt het vaak op de ontvangers van online haat aan om collega’s aan te spreken op hun gedrag. Dat terwijl deze momenten cruciaal zijn voor de politieke arena om te laten zien dat online haat niet getolereerd wordt, en al helemaal niet onderling. Burgemeester, voorzitters en andere ambtsdragers met een leidende rol zouden in dergelijke gevallen moeten optreden. Zij kunnen het opnemen voor de ontvanger en de zender van online haat aanspreken op diens gedrag. Zo vormen zij een front en dragen ze uit online haat niet te tolereren.

Oprichting meldpunt online haat voor politici

Inzicht in de frequentie van verschillende soorten online haatuitingen, alles tussen relatief mild en keihard, vergroot het bewustzijn van het probleem bij omstanders. Daarom moet de drempel om een melding te maken veel lager zijn. Dat kan gerealiseerd worden door een digitaal of telefonisch meldpunt op te zetten, dat bij politieke organen op alle niveaus onder de aandacht wordt gebracht. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een uitbreiding van platform Meld.Online Discriminatie. Politieke ambtsdragers kunnen uitingen van online haat delen door bijvoorbeeld simpelweg een screenshot te delen via de app of mail, of kort te bellen. De ontvanger kan dit direct na het ontvangen van haat doen, en kan het na het melden ook meteen weer loslaten. Wanneer nodig, kan het meldpunt gepaste actie ondernemen op basis van de melding. 

OM en politie geven prioriteit aan de aanpak van online vrouwenhaat 

Bij het doen van aangifte is het van groot belang dat de aangifte door de politie met de aandacht behandeld wordt die het verdient. Uit onderzoek van het ministerie van BZK blijkt dat de politie niet altijd capaciteit heeft om dit te doen. Meldingen en aangiftes worden zo niet (goed) behandeld en leiden nauwelijks tot een zaak. Deze verhalen werken demotiverend voor politieke ambtsdragers om aangifte te doen of melding te maken bij de politie. Een belangrijke randvoorwaarde is dat het ministerie van Justitie en Veiligheid voor voldoende capaciteit en kennis bij de politie dient te zorgen. En dat wetgeving aansluit bij de actuele realiteit en bescherming van politieke ambtsdragers. Het ministerie van J&V moet zorg dragen worden voor voldoende interne kennis bij al deze partijen, zodat politie en OM vrouwenhaat beter (h)erkennen en het onderwerp prioriteit kunnen geven. De behoefte en ervaringen van slachtoffers moet centraal staan in het inrichten van een proces voor aangifte en behandeling.  

Samen zorgen we dat vrouwen niet monddood worden gemaakt, dat zij niet machteloos staan en dat zij worden gehoord en gesteund.