Anja Meulenbelt: ‘Is feminisme er ook voor moeders?’

Moederschap is in het feminisme lang een onderwerp geweest om zoveel mogelijk te vermijden. We wilden af van het idee dat vrouwen vooral of alleen huismoeders moesten zijn. Emancipatie leek vooral gelijk te staan aan het hebben van een fulltime, betaalde baan. Ondertussen zitten veel vrouwen klem tussen moederschap en werk buitenshuis. 

DOOR ANJA MEULENBELT

Zo gauw vrouwen kinderen krijgen gaat – gemiddeld – hun inkomen achteruit. Vooral omdat ze vaker parttime werken. Voor mannen geldt dat overigens nog steeds niet. Mannen die vader worden gaan meestal gewoon door met hun volle baan. Het zijn nog steeds vooral vrouwen die met het moederschap terechtkomen in de bekende klem: hoe vind je een ‘balans’ tussen je betaalde werk buitenshuis en je onbetaalde werk binnenshuis? Daar is al een stapel boeken over geschreven, waaruit blijkt dat het probleem niet op te lossen valt, of hoogstens eindigt in een draaglijk compromis. Maar stel je eens voor dat alle vrouwen vanaf heden besloten om, net als De Beauvoir, geen moeder te worden. Goed idee? Dan houdt de mensheid op, we laten de aarde over aan de konijnen en de giraffes, en we hoeven ons ook geen zorgen meer te maken over het klimaat.

De winst van emancipatie

We hebben, qua emancipatie, absoluut winst gemaakt. Waaronder de vrijheid om te kiezen of we kinderen willen. Het hoeft niet als je niet wilt: we hebben voorbehoedmiddelen, we hebben voor noodgevallen abortus gelegaliseerd, we hoeven zelfs niet meer te trouwen als we dat niet zien zitten. We kunnen scheiden en de dominee komt niet meer langs om er bij vrouwen op aan te dringen dat het weer tijd is voor een nieuw kleintje. Ook al heeft ze er al vier.

Ondanks die vrijheid wenst de meerderheid van de vrouwen wel kinderen te krijgen. En zijn de vrouwen die dat zouden willen maar bij wie het niet lukt vaak ontzettend verdrietig. Dat terwijl Simone de Beauvoir ons nog zo heeft gewaarschuwd, en we weten dat kinderen, ook al heb je er maar een of twee, tijd vreten en er ook nog een bom duiten bij moet. Want we hebben kinderen niet meer nodig voor onze oudedagsvoorziening, zoals in landen zonder sociaal vangnet nog gebruikelijk is. We hebben AOW. En we mogen onze kinderen volgens de wet niet eens meer voor ons laten werken. Je vraagt je soms af waarom zoveel vrouwen nog steeds moeder willen worden. Toch: omdat het een waardevolle mogelijkheid is in ons leven.

Ik hoorde destijds, begin jaren zestig, bij de vrouwen die ongewenst zwanger bleken, ik zat nog op school, ik was zestien. In die tijd waren de mogelijkheden beperkt. Abortus was nog illegaal en gevaarlijk. Je moest de weg weten. Je kon ook je kind afstaan, wat duizenden vrouwen onder druk deden, met vaak hevige spijt later in hun leven. Dat wilde ik absoluut niet. Of, als dat mogelijk was, trouwde je met de verwekker. Daarmee was je eer, en die van je familie tenminste gered, al werd er wel gefluisterd als er geen negen maanden tussen bruiloft en bevalling lagen, dat het een ‘moetje’ was. Ik trouwde dus met de jonge man die ik eerlijk gezegd nog maar heel kort kende. Wel lang genoeg om zwanger van te worden, dat wel. Dat ik met dat huwelijk van de regen in de drup kwam – hij sloeg – kon ik niet weten, en dat het me drie jaar zou kosten om van hem af te komen – eenzijdig scheiden kon toen nog niet – had ik ook niet voorzien. Ander verhaal.

Ik weet nog hoe ik als piepjonge moeder mijn pasgeboren zoontje in de armen kreeg gelegd, en er een diep besef door me heen flitste. Ten eerste: dit is voor altijd. Ten tweede: dit is iemand. Niet zomaar een baby, maar een mens. Die moet ik nu gaan leren kennen. Het was niet de bedoeling, maar ik heb er nooit spijt van gehad.

Verder lezen? Het hele stuk lees je in de nieuwste Opzij. Een abonnement is zo gepiept. Nergens aan vastzitten? Lees dit nummer fysiek of digitaal via onze site of via Blendle