Het rapport over Khadija Arib: wat zullen we daar eens van denken?

We hebben er maar eens een paar nachtjes over geslapen maar de eerste reactie staat nog overeind: wat moeten we ermee? Ze heeft met stemverheffing gesproken tegen medewerkers. Steek je hand op als je wel eens met stemverheffing tegen iemand hebt gesproken. Dan ben je nu af. En toen heb je ook niet je excuses aangeboden? Nog meer – of alweer – af.

Mensen in je omgeving voelden zich daardoor onveilig. Jeetje, tegen ons wordt ook wel eens met stemverheffing gesproken. Voelden we ons dan onveilig? Niet het eerste wat ons te binnen schoot. Gedachten over het al dan niet terecht zijn van zo’n stemverheffing, vaak genoeg meegemaakt. Het kan al bij je partner zijn. Je kind. Een vriendin, een vriend. Stemverheffingen zijn all over the place, so what? Welkom in het leven. Thuis, op het werk, langs een sportveld. Op straat.

Als het rapport over Arib – voor zover we er kennis van mochten nemen – iets duidelijk maakt dan is het dat we met z’n allen flink van het pad afraken. Aangesproken op je prestaties die misschien hier en daar inderdaad wat beter kunnen? Ik voel me onveilig. Aangesproken op je houding, gedrag? Ik voel me onveilig. Aangesproken op wat dan ook? Ik voel me onveilig.

Lijkt Arib ons makkelijk? Hmmm, nog even over nadenken maar dezelfde kwaliteiten die haar worden nagedragen zijn ook de kwaliteiten waarmee je een goede voorzitter van de Tweede Kamer kunt zijn, dat blijkt ook uit het onderzoek. Je moet wel een beetje stevig zijn. Trouwens, uit wat we ervan meekrijgen is de hele cultuur in de Tweede Kamer er in toenemende mate een van stemverheffingen, om en om verhef je je stem en kun je je onveilig voelen als er tegen of over je wordt gesproken, daar.

Had ze dingen anders kunnen en misschien ook wel moeten aanpakken? Zou zomaar kunnen, een boze Arib lijkt ons eerlijk gezegd geen pretje. Zogoed als we dat zelf vaak ook niet zijn als we boos zijn. Daarom heet het ook boos.

Heeft ze zich met dingen bemoeid waarover ze niets te zeggen had? Geloven we ook direct en dan maar direct full disclosure: doen we hier ook regelmatig.

Maar dan anoniem klagen om vervolgens dit onderzoek te hebben veroorzaakt, op die manier, met deze conclusies en gevolgen. Zouden we nu in de positie zijn dan zouden we graag – nog zo’n vreselijk woord – een normoverdragend gesprek willen hebben met de anoniemen die kennelijk niet anoniem waren voor de onderzoekers. Over hoe dingen gaan in een samenleving. Vaak goed, vaak minder goed, ook wel eens slecht. Get a life.

Grensoverschrijdend gedrag, daar kan niemand voor zijn, het moet weg. Maar wat het is, the jury is still out.