In de Babyboomer-special van OPZIJ: HEDY D’ANCONA: Feminist tot in de kist. Een interview

Voor Opzij-lezeressen voelt binnenkomen in het huis van Hedy d’Ancona in hartje Amsterdam als het betreden van heilige grond. Hier werd Opzij geboren en bracht zij haar vroege jeugd door.
En hier woont nog steeds een van de grande dames van het feminisme. Als oprichter en hoofdredacteur van Opzij en als staatssecretaris en minister heeft d’Ancona een ferme voetafdruk op de Nederlandse vrouwenbeweging achtergelaten.


DOOR ANNE ELZINGA – BEELD MARIANNE VERHOEVEN

Klopt het dat de strijd voor gelijke rechten voor vrouwen en tegen discriminatie al ruim zestig jaar als een rode draad door uw leven loopt?
‘Ja. Ik heb de neiging om me te verzetten tegen alles wat te maken heeft met onrechtvaardigheid, discriminatie en ongelijkheid. En tegen fascisme en populisme. Onderdrukking en achterstelling van vrouwen fascineert me tot op de dag van vandaag. Daar strijd ik nog steeds tegen. Dat heeft denk ik te maken met mijn Joodse achtergrond, met de Tweede Wereldoorlog en het idee dat er zoveel verloren is gegaan waaronder een deel van mijn familie. En met mijn vader die in de voorhoede van de studentenbeweging actief was. Zo’n verleden kent veel verdriet, maar je kunt er ook inspiratie uit halen. Mijn betrokkenheid en activisme betreft trouwens meer dan alleen de ongelijkheid van vrouwen. Ik zet me nu bijvoorbeeld ook in voor de emancipatie van ouderen.’


Hoe werd u één van de ‘moeders’ van Opzij ?
‘Ik was actief in de vrouwenbeweging. Had samen met Joke Smit in 1968 de Man Vrouw Maatschappij (MVM) opgericht, die streed voor gelijke ontplooiingskansen voor mannen en vrouwen. Wim Hora Adema vroeg mij artikelen te schrijven voor haar vrouwenpagina in Het Parool. Dat vond ik een hele eer. Haar pagina was bekend en beroemd: er werkten zeer getalenteerde vrouwen als Annie Schmidt en Harriët Freezer aan mee. Het ging echt ergens over: er stonden geen breipatronen in. Toen Wim werd ontslagen bij het Parool stapte uit solidariteit de hele redactie op. Wim zat zonder werk en inkomen. Zij wilde een dagblad voor vrouwen gaan maken. Dat zag ik niet zo zitten, maar een maandblad leek me wel wat. Al zou het maar een jaar bestaan. Wim wist hoe je een blad maakte. Ik niet. Samen gingen we op zoek naar een uitgever en naar medewerkers die voor niks voor Opzij wilden werken. Hierboven vergaderden we. Een soort redactievergadering waarin werd besloten wie welke stukken zou gaan schrijven. En zo is het begonnen.’

LEES VERDER IN OPZIJ