In de Babyboomer-special van OPZIJ: ‘Voor mij is van belang dat ik van twee families ben. Aan mijn vaders kant een patriarchaat en aan moederskant waren de vrouwen de baas’

Etchica Voorn interviewt Kitlyn Tjin A Djie, in 1953 geboren in Paramaribo

Mijn vader werkte bij vliegmaatschappij Pan American en mijn moeder verzorgde de catering voor in het vliegtuig. Mijn ouders waren samen erg ondernemend en wij kinderen hielpen mee. Ik was zeven toen ik bakjes vulde met de kip, de puree en mais die m’n moeder maakte. En als er een passagier of staflid jarig was dan bakte mijn moeder een taart voor aan boord.

Later maakte mijn vader de overstap naar Billiton (de bekende bauxietfabriek) omdat je kinderen dan konden studeren in Nederland. Het was enerzijds een goede werkgever maar mijn vader vertelde me wel dat hij werd gepasseerd met promoties, altijd gingen witte Nederlanders voor. Hij deed de public relations van het bedrijf en mijn moeder organiseerde cocktailparty’s voor het personeel en de zakenrelaties. Wij kinderen werkten wéér mee, maar nu in de bediening. Ik wist niet beter dan dat werk en privé bij ons thuis door elkaar liepen. En dat is nog steeds zo in mijn leven. Als studenten of collega’s hier komen zijn ze verbaasd dat het geen kantoor maar een woonhuis is. Hans (partner Kitlyn red.) ontvangt de mensen en stelt ze op hun gemak. Hij neemt ze mee naar de keuken en laat ze zien hoe het koffieapparaat werkt. En verder pak je wat je nodig hebt uit de koelkast. Precies dát heb ik ook van thuis meegekregen. Dat familiaire en dat huiselijke dat vind ik heel belangrijk, ook als het gaat om werk. In een wij-gerichte cultuur, zoals de mijne, is er veel minder scheiding tussen werk en privé, of tussen zakelijk en persoonlijk.”

Met welke cultuur voel je je het meest verbonden?
“Ik maak daar geen keuze in, ik was als kind met zoveel verschillende identiteiten omringd. Voor mij is van belang dat ik van twee families ben. Aan mijn vaders kant een patriarchaat en aan moeders kant waren de vrouwen de baas. En ik ben een Tjin a Djie, ik draag de familienaam van mijn vader. Mijn vader had zes dochters dus hoe ga je die naam dan doorgeven? Dat was een zorg die ik had. Ik heb destijds gelogen bij de burgerlijke stand en gezegd dat ik niet getrouwd ben, daardoor heb ik mijn naam weten te behouden.”

LEES VERDER IN OPZIJ