In de nieuwe OPZIJ: Carla Lont. De eerste vrouwelijke archivaris van Suriname

Het is 19 augustus 1975. Carla Lont zet haar handtekening onder haar archiefambtenaar-diploma. De afgelopen vier jaar leerde ze de fijne kneepjes van het vak aan de Rijksarchiefschool in Den Haag. Ze kon niet wachten om terug te keren naar Paramaribo, haar geboortestad, om daar aan de slag te gaan in haar vakgebied. Als alleenstaande moeder moest ze knokken, maar vond ze in haar werk, waarmee ze haar gezin onderhield, ook haar passie. Dit is het verhaal van de eerste vrouwelijke archivaris van Suriname.


DOOR MILOU BOLLEN EN ELINE VAN MIERT


Ze had altijd al interesse in geschiedenis. Haar dochter, Elaine Lont, herinnert zich dat haar moeder zich altijd op haar gemak voelde tussen oudere mensen: ‘Ze stelde iedereen vragen over vroeger. Ik denk dat zij haar mogelijk geïnspireerd hebben. Ze moet gedacht hebben: Die geschie-denis, die moet ‘bij ons’ blijven!’
Carla had hard gespaard voor haar opleiding. Ze was de eerste in haar familie die ging studeren. Inmiddels was ze moeder van drie zonen; ooms en tantes pasten op hen tijdens haar studie. In Den Haag was Carla de enige vrouw van kleur in haar klas. Een eigen archiefschool had Suriname niet. In 1975 werd het land pas onafhankelijk van Nederland verklaard. Alle archieven van Suriname bevonden zich niet aldaar, maar in Nederland. En Carla wilde daar verandering in brengen.

Ze studeerde af in 1976 en kon niet wachten om in Suriname aan de slag te gaan in haar vakgebied.
Carla had namelijk veel plannen voor het archiefwezen daar. Ze correspondeerde er regelmatig over met familievriend en tevens archivaris en surinamist Evert van Laar: ‘Ik hoop dat jullie archiefplannen snel tot uitwerking komen. Zoals je weet ben ik te allen tijde bereidt te adviseren, waar ik kan, hoofdzakelijk uit genegenheid voor Suriname en zijn bewoners!’ – Evert aan Carla, 16 juni 1977, Rijswijk.